Hardlopen, waar doen we het voor?
Heb je dat wel eens…? Dat je aan het lopen bent, en het niet lekker gaat. Je hartslag is te hoog, het voelt gejaagd. Je ademhaling komt maar niet in het ritme, dus loop je met je armen gespannen. Je schoenen zitten eigenlijk ook helemaal niet lekker, en gatsie, die onderbroek schuurt ook nog. En voel ik daar niet die oude blessure?
Je denkt: wáárvoor doe ik dit eigenlijk ? Wat is hier ook alweer de lol van ? Doe ik dit voor m’n plezier?
Kortom je zit niet lekker in je loopvel. Maar omdat je weet wat je waard bent, en hetzelfde rondje al ik weet niet hoe vaak hebt gelopen ga je door. Gewoon omdat opgeven geen optie is. Omdat we gewoonte dieren zijn.
Zweet, snot en spuug. Het begint allemaal te lopen. En naarmate je verder loopt, en al vechtend, intern mopperend, en worstelt komt er ineens dat moment dat alles op z’n plek valt.
Je loopt. Je loopt met een ritme. Je loopt met een cadans. Het gaat gewoon met weinig inspanning. Ik noem dat altijd het “dieselmoment”. Het moment waarop je lichaam schakeld tussen stoempen en soeplesse. Vraag me niet hoe het werkt.
Maar eens in dat ritme dan kun je weer intens genieten van jezelf. van je lichaam. Dat je lichaam zich herpakt. En dat je lichaam die hoge inspanning ook best lekker vindt. Dan krijgen de endorfinen de overhand en ga je weer op gemak.
Beginnende lopers zullen denken: huh? Maar let maar op, je zult het gaan herkennen. En het gaat niet om de lengte of om je tijd. Gewoon om wat je doet en kunt. Fysiek en mentaal.
En als je dan eenmaal weer thuis bent en nog even uitdruipt, dan voel je dat je leeft. Lopen is dan weer die geweldige sport die je helemaal zélf beleeft en die je niet van anderen afhankelijk doet zijn. Jij en je lijf.
Supertrots. Op jezelf.